zondag 28 september 2014

Sis.

Adem kiezelsteentjes in mijn maag
Take that shirt off
U heeft uw knopen niet meer nodig.

Grind your teeth
Dat staat u mooi
Uw das als een pijl naar uw navel

Blazen naar de rots
De hele berg op
She'll be coming 'round the mountain
De eeuwigheid in

zaterdag 6 september 2014

Lydia Davis' Stempel

We staan allemaal in de rij om onze zakken en koffers op de loopband te leggen. Mijn koffer gaat er in één zwaai op, maar ik ben vergeten een bakje voor mijn rugzak te pakken. De man achter mij geeft me het zijne. Mijn rugzak is echter groot, dus past mijn jas niet meer in hetzelfde bakje. Ik heb een tweede nodig. De man achter me zucht en geeft me een tweede bakje. Normaal kan ik dit wel goed, denk ik maar zeg ik niet.

In de volgende rij beland ik per ongeluk tussen een koppel in. Ze praten over me heen. Dus zeg ik tegen de man - die achter mij staat- dat hij best wel mijn plaatsje in de rij mag hebben, zodat hij iets makkelijker met zijn vrouw - die voor mij staat- kan communiceren. Ik neem een stap opzij zodat hij langs me heen kan lopen en dat doet hij dan ook.

De jongen achter de balie glimlacht vriendelijk naar de man die hem om een krant vraagt. Hij zegt dat de man geluk heeft want de Guardian is nog maar net aangekomen. De man vraagt waarom net die krant zo laat was, waarop de jongen antwoordt dat de kranten altijd met de eerste trein uit Londen aankomen, maar dat de Guardian zijn trein -net- had gemist.

Twee Amerikaanse vrouwen verbazen zich erover dat Belgische vrouwen meestal hun eigen achternaam behouden na hun huwelijk. De ene vrouw zegt dat ze de hele tijd die ze hier heeft doorgebracht dat nooit heeft opgemerkt. Ze ging er nu eenmaal gewoon van uit dat wanneer collega Van Kouter haar man Bart voorstelde, dat die man dan Bart Van Kouter zou heten. "Ja," zegt de andere, " en dan kom je er opeens achter dat-ie eigenlijk Bart De Wever heet!" Dat doet ze giechelen.

Een jongetje vraagt aan z'n vader of Belgische mensen ook naar Engeland kunnen reizen. De vader zegt van wel. Dat vindt de jongen vreemd. "Worden zij dan ook Engels?", vraagt hij. De vader denkt even na en antwoordt dan: "Enkel als ze niet meer terugkomen."

Inmiddels staan de Amerikaanse vrouwen achter me op de roltrap, die niet echt een trap maar eerder een loopband met een lichte helling is. Nu praten ze over relaties. "In België", zegt de ene, "is een officiële relatie een partner waarvan je vrienden en je ouders op de hoogte zijn." "Maar waarmee je niet getrouwd bent?", vraagt de andere. "Nee, dat niet,"luidt het antwoord, "En weet je wat ik nog vreemder vind?" De andere vrouw schudt haar hoofd. "Dat je niet kan zeggen dat je met je vriendin weggaat. Het moet altijd 'een' vriendin zijn, anders is het officieel. Nu weet ik toch dat als ik met jou iets ga drinken, ik specifiek jou bedoel en niet zomaar 'een' vriendin, ongedefinieerd." "Tja, " zucht haar vriendin, "misschien zouden we het maar officieel moeten maken." Dan giechelen ze weer.

Terwijl we de loopband aflopen merk ik opeens dat de man voor me zijn koffer niet vasthoudt. In plaats van zijn hand grijpen er twee leren gespen, die onder zijn mouw verdwijnen, het handvat van zijn koffer vast. Ik weet niet waar ze onder die mouw naartoe lopen. Dat had ik niet eens gemerkt, denk ik en met beide handen aan het handvat van mijn koffer stap ik de trein op.